ONZE INVULLING VAN EEN KLIMAATBEWUSTE WIJK

Actualisatie Masterplan Publieke Ruimte, Klimaatrobuuste wijk”, Project Gent Sint-Pieters (“PGSP”)

Als buurtverenigingen volgen wij de ontwikkeling van de “Actualisatie Masterplan Publieke Ruimte" van nabij. Zeker het luik "Klimaatrobuuste wijk”, die de principes en krachtlijnen voor de ontwikkeling PGSP voor de komende decennia moet vorm geven, spreekt ons erg aan.

We zijn immers een lokale werkgroep van Natuurpunt Gent en de thematiek klimaat zit ons dus als gegoten. Buitensporig werkt al bijna 20 jaar aan een meer duurzame wijk en projectontwikkeling.

We willen vanuit Buitensporig en de Werkgroep Sint-Pieters-Buiten hier graag onze visie delen, constructieve bedenkingen maken en voorstellen doen over de klimaatrobuustheid van het Project in het kader van het Masterplan.

 

Algemene bedenkingen

Het klimaat verandert, ook in Gent en in de stationsomgeving. Om bij een veranderend klimaat met onder andere meer en intensere hittegolven, heviger zomerregenbuien,… een voldoende leef-, woon- en werkkwaliteit te garanderen, moet ook het Project Gent-Sint-Pieters maximaal inzetten op een klimaatadaptatieve projectontwikkeling zowel op openbaar als privaat domein (zowel bij de partners van het Project, de projectontwikkelaars, als de omwonenden). Zowel negatieve effecten van hitte (hittestress overdag en stedelijk hitte-eiland effect), als watertekort en -overlast moeten gemilderd worden.

Verder in dit document doen we een aantal suggesties (niet limitatief). Belangrijk te beseffen is dat er overlap (of win-win) is in de effecten van de maatregelen. Om hitte te milderen      kan je ontharden en groene plekken creëren, dit ontharden laat water beter toe om te infiltreren waardoor wateroverlast beperkt wordt en tegelijk het risico op droogte daalt. Ontharden betekent ook vaak niet enkel meer ruimte voor water, maar ook meer ruimte voor groen en biodiversiteit.

We verwachten uiteraard dat de acties opgenomen in het Gentse klimaatplan 2020-2025 (deel adaptatie vanaf actie 80 tot 108) : https://stad.gent/nl/groen-milieu/nieuws-evenementen/klimaatplan-2020-2025-samen-naar-een-klimaatneutraal-gent  ernstig genomen worden door àlle projectpartners en betrokkenen.

 

Maatregelen tegen Hitte

Uit satellietbeelden blijkt de hoge oppervlaktetemperatuur van de sporenbundel en de wijken ten noorden en ten zuiden van het station op warme dagen. De dichte bebouwing en de verharding van vele open ruimte spelen hierbij de voornaamste rol. De stationsomgeving is ook een hotspot, waar het ‘s nachts traag afkoelt (behalve in de groene plekken) door het traag uitstralen van alle opgeslagen warmte.

Door het veelvuldig gebruik van grote glasoppervlakten is er extra risico op bijkomende hittestress door reflectie op gebouwen (hier extreem voorbeeld in Londen https://youtu.be/eiK3tcjJXiA). Er zijn reeds in het verleden klachten doorgegeven vanuit de Sint-Denijslaan (over de hinderlijke reflectie van het VAC-gebouw) en de Fabiolalaan (door de reflectie van de Diamant).

Plaatsen die door voetgangers en fietsers gebruikt worden, moeten voorzien worden van groene schaduwplekken, zoals groene corridors en verkoelende plekken (vb ter hoogte van Mathildeplein, Voskenslaan, Oscar Van de Voorde plein), om hittestress overdag (bepaald door de gevoelstemperatuur) te beperken. Daarbij is het belangrijk veel meer bomen aan te planten.

 

Voorstellen voor vergroening

Restruimte kan tijdelijke natuur worden: lineaire ruimtes zoals de spoorwegtaluds, bermen, enclaves ingesloten door infrastructuur. In elke verloren hoek kan een boom worden geplant of wilde bloemen worden gezaaid. “Tiny Forests” of kleine wildernissen (https://www.natuurenbos.be/kleine-wildernissen ) zijn beproefde modellen die snel te implementeren zijn.

Ruderale gronden kunnen in afwachting van de realisatie van hun definitieve bestemming of ontwikkeling als tijdelijke natuur/koele plekken worden ingericht, eventueel samen met de buurtbewoners.

Ruimte voor stadslandbouw/buurtmoestuinen, zoals bv reeds met succes wordt toegepast in de buurtmoestuin “De Hoveling” (https://www.facebook.com/dehoveling) (met steun van o.m. Gent en Garde (https://gentengarde.stad.gent), op de nog-niet-volgebouwde stationsterreinen langsheen de Fabiolalaan.

Vergroenen van de huidige bebouwing door stimuleren/aanleggen van groendaken, groengevels, geveltuintjes, het ontharden van parkings, pleinen en te brede wegen (bv Marathonplein), het ontmoedigen of verbieden van verharde voortuinen (bv ontwikkeling Institut Moderne), groen op de binnenplaatsen van grote gebouwencomplexen. Ook de ontharding van het voetpad langs het talud op de Fabiolalaan en omvorming tot bv Finse looppiste is een opportuniteit.

Van grijze naar groenblauwe infrastructuur: er worden gescheiden afwateringen aangelegd, maak het water weer zichtbaar en geef het ruimte door het aanleggen van ontwateringsgrachten, wadi’s, waterretentiebekkens. Waarom geen nieuwe fontein of waterspeelplein in de projectontwikkeling voorzien?

 

 

Behoud van de aanwezige natuurwaarden (zuivere natuurfunctie) zoals het moerasbosje aan het einde van de Fabiolalaan en de groene hoekjes en parkjes

Dat een klimaat-robuuste herinrichting van het openbaar domein in onze woonwijk haalbaar is, illustreert een geslaagd voorbeeld van een (nog lopend) onthardingsproject: rondom de Congreslaan gaat Stad Gent ca. 1500m² asfaltvlakte uitbreken en vervangen door nieuw aan te leggen groenzones (http://sintpietersbuiten.be/themas/mobiliteit/mobiliteit-2/265-herwaarderingsvoorstellen-de-smet-de-naeyer-park-en-omgeving-stand-van-zaken). Daardoor kunnen tevens de 3 lokale “groenschakels” verbonden worden tot één groot park van in totaal bijna 7 voetbalvelden groot. Er zijn nog veel plekken in onze wijk waar kan onthard worden. Minstens zo belangrijk is voorkomen dat er verder verhard wordt bij nieuwe projectontwikkeling.

 

Voorstellen voor waterbeheer (droogte en wateroverlast)

Delen van de stationswijken liggen in overstromingsgevoelig gebied (fluviale overstromingen). Vele straatnamen verwijzen naar de “meersen” die in het verleden (voor de aanleg van de ringvaart) regelmatig onder water liepen. Ook nu nog zijn er verschillende “natte zones” met een specifieke natuurlijke kwaliteiten (kaarten via www.waterinfo.be, toekomstscenario’s in klimaatportaal VMM).

Naast fluviale overstromingen zijn er ook pluviale ten gevolge van riooloverstromingen bij hevige zomerse regenbuien.

Figuur: riooloverstromingen in de Sint-Denijslaan bij het station

 

Voor een goed regenwaterwaterbeheer kan het principe van de ladder van Lansinck (zie o.m. : https://www.integraalwaterbeleid.be/nl/publicaties/code-goede-praktijk-rioleringssystemen/leidraad-ontwerpen-van-bronmaatregelen ) toegepast worden. Regenwater moet ter plaatse opgevangen worden voor hergebruik (vb voor watervoorziening groene zones). Daarnaast moet er ter plaatse geïnfiltreerd (vb via wadi’s) en gebufferd worden in functie van vertraagde afvoer naar riolering en rivieren (beperken wateroverlast)

Ook opgepompt bemalingswater bij bouwwerven moet volgens hetzelfde principe behandeld worden.

 

Conclusie

Voor het Project Gent St-Pieters liggen de opportuniteiten om daadwerkelijk uit te groeien tot een écht klimaatrobuuste omgeving eigenlijk gewoon voor het rapen. Op korte termijn blijven kleinschalige maatregelen dringend en broodnodig.

Om de principes en krachtlijnen van “Klimaatrobuuste inrichting” in de wijde stationsomgeving ook voor komende decennia te verankeren is de Actualisatie Masterplan Publieke Ruimte het aangewezen momentum. We vertrouwen er op onze standpunten ook in dit Masterplan terug te vinden.

We verwachten dat het Ontwerpteam dat in opdracht van PGSP voorstellen uitwerkt rond “Klimaatrobuuste Buurt” een gedetailleerd overzicht van alle concrete voorstellen binnen dit project over elk van die acties.